Schilfers
×
Schilfers Schilfers
Nederlands
2025
Volwassenen
Na een jeugdige traumatische ervaring krijgt een man wanen die steeds erger worden. Hij trekt zich terug in een afgelegen jachthut. Zijn zus gaat naar hem op zoek, maar haar motivatie blijkt complexer te zijn dan gedacht.

De Morgen

Opdringerige 'peststemmen' en manipulatieve spelletjes
Dirk Leyman - 12 april 2025

Een duizendpoot wordt abrupt dood geperst. Met een kachelpook slaat Felix 'snel en krachtig' muizenhoofden plat. Een trilspin en een kruisspin omzwachtelen in een glazen bokaal een oorwurm tot stervens toe. Moeder mikt 'een hooiwagen op takkenpoten' bruusk van tafel. Verder zijn er bloed, messen, zelfmutilatie en nog meer sluimerend geweld en mentale terreur. Welkom in het duistere, onbehaaglijke universum van de Vlaamse auteur Lenny Peeters (°1975).

Schilfers is de langverwachte opvolger van haar debuut Dochter (2017), waarvoor Peeters zeven jaar geleden werd gelauwerd met de Bronzen Uil. Wie haar eerste roman las, weet enigszins wat te verwachten. Dit wordt geen gezondheidswandeling. Ook Dochter was allerminst een lieflijk stuk proza over cavia's, al had het er eerst wel de schijn van. In dat boek maakten we kennis met een opgroeiend autistisch meisje dat in de cocon van haar eigen geest leefde, met weinig besef van goed en kwaad. Een voor een stierven haar cavia's, nadat 'dochter' de dieren 'in hun vanachteren' had volgepropt met gewassen, kruiden en grassnippers.

Ook in Schilfers lijk je eerst neer te strijken in een idylle. Maar schijn bedriegt. Voor je het weet, verzeil je in een steeds gruiziger wordende plot. Opnieuw spreiden de hoofdpersonages een manifest onvermogen tot communicatie tentoon. De banale, afgemeten dialogen - waar de roman op drijft - zou je kunststukjes van misbegrepenheid kunnen noemen.

Felix en Louise, opgroeiende broer en zus, zijn aanvankelijk twee handen op één buik. Midden 1981 treffen we hen op zomervakantie met hun ouders. Ze jennen elkaar (en jagen hun moeder op stang), ze doen kinderspelletjes met insecten en gevleugelden, én wapperen de verveling weg. Maar dat er in het gezin ook een broeierige spanning borrelt, is zonneklaar.

Het jaar daarop is er iets meer comfort: een hotel met een zwembad. Maar op slag ontstaan er ook méér fricties, zeker als een tweeling op de proppen komt met hun vader Willem. Die lijkt de kinderen te betrappen als ze zich overleveren aan seksuele spelletjes. Of maakt hij misbruik van de situatie in de speelhut?

Hoelang is Felix na een val buiten bewustzijn? En waarom wil Louise zo graag bij Willem op schoot? 'Ze zegt dat ze op Willem wacht. Dat hij wél leuke spelletjes met haar doet en heeft beloofd haar badpak mee te brengen.' Vanaf dat moment begint Felix zich anders te gedragen en hoort hij opdringerige 'stemmen'.

Gevarenzone

De toon is gezet. Met het seksuele ontluiken betreden we een gevarenzone en liggen er volwassenen op de loer met weinig koosjere intenties. Maar ook adolescenten zijn bij Peeters geen onschuldige wezens, gespitst als ze zijn op kleine voordelen of in de weer met onplezierige machtsspelletjes. Geldt dat ook voor de manipulatieve verhouding tussen broer en zus?

Na een wat aarzelend begin - dat diverse kanten opgaat - trekt Peeters in Schilfers sluipenderwijs het tempo op. Dat gebeurt met tijdssprongen, waardoor we van 1981 naar 1986 en 2009 hoppen, én met perspectiefwisselingen, zodat we de gebeurtenissen vanuit de blik van Felix en Louise ervaren.

Langzaam onthult Peeters wat er echt heeft plaatsgevonden. Waarom is de vader uit het vizier verdwenen? Waarom flirt de vroegoude moeder met slapeloosheid en vergeetachtigheid? Wat gebeurde er toen Felix' tijdelijke vriendin Kyra haar dochter Ellie mee in huis haalde? En waarom boent Felix voortdurend zijn handen, tot zijn huid schilfert?

'Slachtoffers worden dikwijls daders', lezen we ergens. Felix is als veertiger een gehavende man. Hij trekt zich steeds meer terug in een verlaten boshut in een hem omsingelend dorp. Zijn contact met de buitenwereld neemt paranoïde trekken aan. Blijft Louise zijn laatste levenslijn? Niets is wat het lijkt.

Peeters werkt in haar proza met subtiele, vaak dreigende vingerwijzingen. Die aanpak slijpt ze ook bij in Schilfers. Elk detail torst een betekenis, terwijl de personages toch nauwelijks fysieke contouren krijgen. Ze eist van de lezer dat hij bij de pinken blijft, dat de aandacht geen moment verslapt. Ze weeft dramatiek rondom een vink, een sleutel, een bokaal, een kraai. En wat is er toch met die lichtknoppen?

Afgeschraapt

Steeds weer verhouden de hoofdpersonages zich tot de dierenwereld, die troost maar ook tergt, vol beklemmende afschuw. En dan is er de uitgebeende, afgeschraapte taal in Schilfers, met minimale zinnen tjokvol suggestieve lading. Is Peeters in de leer gegaan bij Ágota Kristóf en de Tweelingentrilogie, waar het er ook zo rauw aan toegaat? Troebele adolescentenromans zijn er in overvloed - denk maar aan The Cement Garden (1978) van Ian McEwan - en in die zin staat Peeters in een lange traditie.

Schilfers is een roman met abrupte, harde scènes die ongemakkelijk stemmen, omdat je als lezer niet meteen de vinger kunt leggen op oorzaak en gevolg. Alsof verknipte, gevaarlijke familierelaties de regel zijn. Bij Peeters krijg je geen pasklare antwoorden voorgeschoteld over schuldigen, slachtoffers en daders. Voor moreel vingertjesgezwaai is er evenmin plaats. Ambiguïteit heerst in deze zwarte roman, die aansluit bij de atmosfeer van haar debuut. Ook in Schilfers blijven de personages uiteindelijk gijzelaars in eigen hoofd en lijf.

De Standaard

Walgen, en snakken naar meer
Bert Van Raemdonck - 24 mei 2025

Ook in een doodeenvoudig gezin gebeuren soms rare dingen. Tijdens een reis met hun ouders geraken Louise en Felix verwikkeld in een vreemd spel met een wel heel vriendelijke man. Felix komt daarbij ten val, zijn zwembroek blijkt plots onverklaarbaar verdwenen en “er komt lucht uit mijn achterste. En nog iets. Slijm. Ik veeg het beschaamd weg.”

Met de vreemde taferelen die hen op reis overkomen, gaan de twee kinderen helemaal anders om. Terwijl de kwetsbare Felix mentaal alle grip lijkt te verliezen, groeit Louise uit tot een manipulatief kreng. Met haar hang naar aandacht en controle zal ze haar gezin snel tot waanzin drijven. Was gaslighten een olympische discipline, dan verdiende Louise een gouden medaille.

Gapend gat

Net als in haar debuutroman Dochter, waarvoor ze in 2018 de Bronzen Uil kreeg, verkent Lenny Peeters in Schilfers de duistere krochten van de menselijke geest. Dieren worden gepijnigd, moeders worden mishandeld en over de hele roman hangt een waas van incest en pedofilie.

Dat laatste komt vooral doordat Louise de mannen rondom haar met duivels genoegen in een val lokt. Als ze er alsnog niet in trappen, dan maakt ze iedereen wel wijs dat ze dat toch hebben gedaan. Louise is een gapend zwart gat waarin iedereen vroeg of laat wordt meegezogen.

Gitzwart is ook deze roman, en toch kan je niet anders dan Schilfers met een rotvaart uitlezen. Peeters schrijft kinderlijk korte zinnen en is zo karig met informatie dat je als lezer naar meer gaat verlangen. Je wordt voortdurend op het verkeerde been gezet. Het perspectief wisselt vaak en de vertellers zijn in dit boek volstrekt onbetrouwbaar. Terwijl Louise bewust kiest om dingen te verzwijgen, weet de arme Felix oprecht niet meer wat echt is en wat niet.

Peeters speelt met de chronologie van het verhaal om schijnbaar onbelangrijke details plots in een ander daglicht te plaatsen. Ze introduceert ook personages van wie je al snel niet meer weet wat ze precies in dit verhaal komen doen. Zo laat Peeters je samen met Felix en Louise voelen hoe waanzin en werkelijkheid gaandeweg in elkaar vloeien. Finaal begin je aan alles te twijfelen: wie is wie? Wat is echt? En wie heeft welk ander perso­nage verzonnen?

Felix en Louise herinneren aan Lucas en Claus, de ondeelbare tweeling uit een bekende trilogie van Ágota Kristóf. Door op de laatste bladzijde van Schilfers listig terug te verwijzen naar de proloog van de roman maakt Lenny Peeters een cirkel rond op een manier die Kristóf haar heeft voorgedaan.

Het effect is vergelijkbaar: net als in Kristófs De tweelingentrilogie laat Schilfers je met een groot WTF-gevoel achter. Alsof je voor het eerst een film van David Lynch hebt gezien en geen idee hebt hoe je die moet samenvatten. Precies zoals een loodvergiftiging zich langzaam maar zeker meester maakt van je hele lijf, zo bekruipt deze korte maar krachtige roman je.

Knack

De vermoorde onschuld
Marnix Verplancke - 16 april 2025

Wanneer de veertienjarige Chloé bij het liften opgepikt wordt door een man alleen, merkt ze snel dat er iets niet pluis is. De man stelt rare vragen, zegt dat zijn dochtertje Ellie in het reiswiegje op de achterbank ligt, maar verhindert dat ze ernaar kijkt, en waarom heeft hij zoveel open wondjes en schilfers op zijn handen? Maar er gebeurt niets. Felix, zoals de man heet, dropt haar netjes waar ze wil zijn.

Dat er iets niet pluis is met hem had Chloé weliswaar goed geraden. In zijn kindertijd, zo leren we even verderop in Lenny Peeters’ tweede roman Schilfers, werd hij tijdens een zomervakantie verkracht door een vriend van zijn ouders, een vriend die trouwens ook ‘leuke spelletjes’ deed met zijn zus Louise. Felix zou nadien nooit meer dezelfde zijn. Hij begon stemmen te horen, een zeurstem, een peststem en een vieze stem die hem allerlei vunzigheden toefluisterde en in de mond legde. En hij stopte niet met zijn handen te wassen, om de herinnering aan het misbruik van zijn lijf en uit zijn geheugen te spoelen. Felix woonde lang bij zijn zus en zijn moeder, tot hij Kyra leerde kennen, een jonge vrouw met een dochtertje van vijf, Ellie. Ze vormden een hecht gezinnetje dat echter volkomen uit elkaar spatte toen Ellie in de kleuterklas een tekening maakte van zichzelf samen met Felix in bad. Hij kon maar beter in het oude vervallen huis op het platteland gaan wonen, gaf zijn zus Louise hem toen de raad, waar de politie hem niet zou vinden. En het is daar dat we hem uiteindelijk aantreffen, fantaserend over de terugkeer van Ellie en steeds weer dezelfde fouten makend wanneer er jonge meisjes in zijn buurt komen.

Acht jaar geleden debuteerde Lenny Peeters met Dochter, een roman over een licht gestoord meisje dat zo graag wilde dat haar cavia’s kleintjes zouden krijgen dat ze hen iedere dag op elkaar legde en ter bevordering van de bevruchting met oorstokjes allerhande kruiden in hun ‘vanvoren’ stak, tot ze stierven. Dochter was een verpletterende roman die een inkijk gaf in de duistere verbeelding van zijn schrijfster en die prompt bekroond werd met de Bronzen Uil.

In Schilfers gaat Peeters op hetzelfde elan verder. Er is seksueel misbruik, er wordt incest geïnsinueerd, er is zinloos geweld tegen dieren, er wordt met messen in huid gekerfd en zo goed als niemand blijkt, Sigmund Freud indachtig, ‘normaal’ te zijn. In dergelijke mate zelfs dat je na verloop van tijd aan alle personages gaat twijfelen. Wat is echt? Wat is fantasie? Belt Felix met zijn zus of met een van zijn stemmen? Heeft die verkrachting wel echt plaatsgevonden? Wie manipuleert wie? Peeters schrijft vlijmscherp en laat haar verhaal steeds sneller kantelen, waardoor je van de ene verrassing in de andere verbazing valt.

NBD Biblion

Bookarang (AI samenvatting)
Een aangrijpende psychologische roman over manipulatie, jeugdtrauma en de dunne scheidslijn tussen waan en werkelijkheid. Felix en Louise zijn broer en zus met een sterke band. Felix begint na een traumatische jeugdervaring stemmen te horen en ervaart soms verwarring over gebeurtenissen. Louise ondersteunt hem, vooral wanneer hij geen contact meer mag hebben met zijn stiefdochter. Naarmate Felix' wanen verergeren, verbreekt hij alle banden en trekt zich terug in een verlaten jachthut. Louise zoekt vastberaden naar hem, maar haar ware motieven zijn onduidelijk. Duister, invoelend en vlot geschreven. Lenny Peeters (1975) is een Belgische auteur van korte verhalen. In 2018 won ze met haar roman ‘Dochter’ De Bronzen Uil, de prijs voor het beste Nederlandstalige debuur