Narwal is gek op wafels. Op een dag komt zijn beste vriend Kwal erachter dat Narwal nog nooit iets anders heeft gegeten dan wafels. Kwal haalt Narwal over om een pindakaaskoekje te eten. Narwal laat zich niet gemakkelijk overhalen, maar uiteindelijk proeft hij van het pindakaaskoekje. Een wereld gaat voor Narwal open. Vanaf dat moment wil Narwal niets anders meer eten dan pindakaas. Kwal probeert ondertussen Narwal te redden van zijn knotsgekke ideeën. Het verhaal is luchtig en zit vol grapjes. De karakterschets van de ietwat naïeve Narwal is hilarisch. Hij lijkt met zijn bijzonder lange slagtand op een walvisversie van een eenhoorn en zijn beste vriend is een kwal. Kwal is zijn slimmere en kritische tegenpool, die de juiste vragen stelt. Het verhaal is in stripvorm en wordt aangevuld met weetjes over dieren in de zee. De voornamelijk gele en blauwe illustraties zijn niet gedetailleerd en bestaan uit simpele duidelijke lijnen. Het verhaal heeft niet meer nodig. De vrolijke sfeer ontstaat door de interactie tussen de personages. De titel is een verwijzing naar de in de VS populaire combinatie van pindakaas en jam. Vertaling van 'Peanut butter and Jelly'* (2019). Derde deel, na 'Supernarwal en kwalkampioen'**, maar prima zelfstandig te lezen. Vanaf ca. 8 jaar. Verberg tekst