Boek

Frantz Fanon : een leven in revoluties

Frantz Fanon : een leven in revoluties
×
Frantz Fanon : een leven in revoluties
Boek

Frantz Fanon : een leven in revoluties

Nederlands
© 2025
Volwassenen
Biografie van de Frans-Martinikaanse filosoof, schrijver, psychiater en vrijheidsstrijder (1925-1961).
Persoononderwerp Fanon, Frantz
Titel Frantz Fanon : een leven in revoluties
Auteur Adam Shatz
Taal Nederlands, Engels
Oorspr. taal Engels
Oorspr. titel The rebel's clinic : the revolutionary lives of Frantz Fanon
Uitgever Utrecht: Ten Have, © 2025
512 p.
ISBN 9789025913076

De Volkskrant

Recensie - Frantz Fanon - Een leven in revoluties -Toch gelijk gekregen
Hassan Bahara - 09 augustus 2025

'Decolonize your mind, Hassan', voegde een kennis mij ooit toe.

Huh? Wat moet ik met mijn mind doen?

Het zal rond 2014 zijn geweest, ruim voordat het academisch jargon van de cultural studies - wit privilege, institutioneel racisme, witte onschuld - de krantenkolommen had bereikt.

Verdere uitleg over hoe dat dekoloniseren van de geest er precies uit zou zien, kreeg ik niet. Maar uit alles wat daaraan vooraf was gegaan - een reeks verwijten over mijn 'witte' denkbeelden - meende ik op te kunnen maken dat ik iets moest afleren, dat ik moest afrekenen met de witte koloniaal in mijzelf.

Geen idee waar deze kennis de terminologie vandaan had, maar grote kans dat er was geput uit werk dat schatplichtig is aan Frantz Fanon, de krijger-filosoof uit de Franse Antillen.

In zijn korte leven - hij werd slechts 36 jaar oud - schreef Fanon, psychiater van beroep, een klein maar intens oeuvre bij elkaar waarin hij de gekoloniseerde volkeren de weg wees uit hun onderdrukte en psychologisch gebutste positie, desnoods met gebruik van 'zuiverend' geweld.

De schrijver van taaie, vaak hermetisch geschreven werken als Zwarte huid, witte maskers (1952, over de verwoestende psychologische doorwerking van racisme) en De verworpenen van de aarde (1961, een vurige afrekening met kolonialisme) is inmiddels een intellectuele superster in hippe links-progressieve kringen, een schrijver met wiens werk je gezien wilt worden.

Zie bijvoorbeeld het eerste seizoen van de serie The White Lotus, waarin een opstandige puber als daad van stil verzet Fanons De verworpenen van de aarde op het strand leest. Of anders actrice Jamie Lynn Spears, zus van zangeres Britney, die op Instagram quotes van Fanon plaatste.

De voorbeelden komen uit Frantz Fanon -Een leven in revoluties, geschreven door de Amerikaanse auteur Adam Shatz. Al in 2017 schreef Shatz, verbonden aan het Britse tijdschrift London Review of Books, een stuk van meer dan tienduizend woorden over het 'radicale humanisme' dat de kern vormt van Fanons werk, en dat ondergesneeuwd dreigt te raken door zijn complexe, vaak verkeerd begrepen verhouding tot geweld. Nu heeft hij dat essay uitgebouwd tot een biografie.

Frantz Fanon werd honderd jaar geleden, op 20 juli 1925, geboren op het Antilliaanse eiland Martinique, als vijfde van in totaal acht kinderen in een relatief welvarend middenklassegezin. Martinique, waar slavernij in 1848 werd afgeschaft, was in Fanons jeugd nog een Franse kolonie, waar een lichtere huid gelijkstond aan maatschappelijk aanzien en waar kinderen op school leerden over 'onze voorouders, de Galiciërs'.

Deze witte, Franse kolonisering van de geest werd voor de jonge, gevoelige Fanon het scherpst duidelijk tijdens een klassenuitje naar het Savane-park, waar hij en zijn klasgenoten werden onderwezen over de goede werken van Victor Schoelcher, de Franse politicus die het decreet had opgesteld waarmee slavernij werd afgeschaft. In het park was een standbeeld opgericht voor Schoelcher, met aan zijn voeten een bevrijde slaafgemaakte die dankbaar omhoogkijkt.

'Hoezo is Schoelcher een held van ons?', zou Fanon hebben uitgeroepen. 'En waarom heeft niemand ons verteld wat er voor de slavernij was?'

Later zou Fanon in Zwarte huid, witte maskers over zijn ervaringen op Martinique schrijven dat hij 'niet zomaar een lichaam was - ik was een lichaam dat werd bekeken, veroordeeld, opgesloten in een zwarte huid', maar eerst had hij nog wat dekoloniserend werk van zijn eigen geest te doen.

Aanvankelijk bleef hij nog lang een overtuigd aanhanger van de Franse republikeinse waarden. Vrijheid, gelijkheid en broederschap. In theorie zouden deze waarden voor alle Franse onderdanen moeten gelden. Zo sterk geloofde Fanon hierin, dat hij zich in 1943, als 18-jarige, tegen de uitdrukkelijke wens van zijn ouders in, aansloot bij de Vrije Franse Strijdkrachten van generaal Charles de Gaulle.

Op het Europese vasteland toonde Fanon zich een uitmuntende soldaat, die een Croix de Guerre kreeg opgespeld nadat hij vrijwillig de gevaarlijke taak op zich had genomen om zijn eenheid in gevechten te bevoorraden.

Toch draaide deze ervaring voor Fanon uit op een bittere teleurstelling. Zwarte soldaten werden stelselmatig vernederd door hun witte officieren, en tijdens de bevrijding van Parijs bezweek generaal De Gaulle voor de Amerikaanse eis om zwarte soldaten uit de kolonie te weren tijdens de triomftocht door de stad. Het moment, zo merkte de Afro-Amerikaanse historicus Tyler Stovall later bijtend op, werd zo geënsceneerd als een 'witte bevrijding'.

De ervaring die Fanon evenwel nog veel meer kwetste, was dat witte Franse vrouwen weigerden met hem te dansen tijdens de bevrijdingsfeesten. Ze kozen liever voor witte Amerikaanse soldaten.

De jongeman die had gehoopt dat op Franse bodem het ware humanisme te vinden zou zijn, was na de oorlog een flink paar illusies armer. Maar wat te doen?

Kort na de bevrijding belandde Fanon in Lyon, waar hij aan zijn studie medicijnen zou beginnen. Hier had Fanon een van zijn meest vormende ervaringen met racisme. Op het eerste gezicht lijkt het een confrontatie van niets. Tijdens een treinrit werd Fanon aangestaard door een klein jongetje. 'Kijk die nègre... mama, een nègre!', riep het kind uit.

Shatz beschrijft het moment als 'een klap die hij (Fanon) eigenlijk nooit te boven gekomen is'. De blik en de woorden van het kind maken Fanon zonder omwegen duidelijk hoe hij in een witte, Franse context wordt gezien: als louter een zwart lichaam, zonder geschiedenis en individualiteit.

'Wat hij ook deed', schrijft Shatz, een wandelingetje maken, een lijk ontleden, vrijen, Frans spreken, hij deed het terwijl hij zwart was. Het voelde als een vloek, of als een tijdbom in zijn hoofd.'

Het zijn noties als deze die Fanon verder uitwerkte in zijn eerste publicatie Zwarte huid, witte maskers.

Zwart-zijn in een witte omgeving, zeker wanneer die een raciale hiërarchie inzet om kolonialisme te rechtvaardigen, is een fnuikende ervaring. In taal, in de blik van de ander, in seksuele verhoudingen, is het zwart-zijn onderwerp van spot, minachting en karikaturen.

Ontsnapping uit dit helse systeem lijkt alleen mogelijk door jezelf 'wit te wassen', door de taal, gebruiken en gedachten van de witte norm over te nemen. Bevrijding biedt dit echter niet, wel vervreemding van jezelf, schaamte en zelfhaat.

Hoewel Zwarte huid, witte maskers bij verschijnen nauwelijks werd opgemerkt door de landelijke pers, werd het na zijn dood in 1961 herontdekt door de Black Power-beweging in de Verenigde Staten, de Black Consciousness Movement in Zuid-Afrika en het Franstalig Caraïbische intellectuele milieu.

Uit dit taaie en zwaar door het Franse existentialisme beïnvloede werk werd Fanon, de psychologische duider van racisme gesmeed. Hij hielp een nieuwe generatie antiracismeactivisten, wetenschappers en schrijvers om woorden te geven aan de geestelijke verwondingen van racisme en de noodzaak tot geestelijke dekolonisatie.

Dat gaat van Edward Said, de auteur die in het baanbrekende Orientalism (1978) de westerse beeldvorming van het Midden-Oosten aanklaagde, tot aan de onlangs overleden Keniaanse schrijver Ngũgĩ wa Thiong'o. In zijn essaybundel Decolonising the Mind (1986) borduurde hij voort op het werk van Fanon en wierp hij de vraag op of Afrikaanse auteurs zich wel volledig kunnen uitdrukken in de taal van hun voormalige kolonisatoren.

Onderwerp van kritiek is hij bij zijn intellectuele erfgenamen ook geweest. Met name (zwarte) vrouwelijke en queer denkers namen het Fanon kwalijk dat hij homoseksualiteit beschreef volgens de medische normen van zijn tijd, als een stoornis, en dat hij nauwelijks plek inruimde voor vrouwelijke denkers en hun ervaringen.

Shatz verklaart dit gebrek uit Fanons verheerlijking van viriliteit en militante mannelijkheid. Een straf staaltje van zijn ontkenning van vrouwen: in zijn werk is Fanon constant in dialoog met zijn vriend en intellectueel voorbeeld Jean- Paul Sartre, de radicale filosoof van het existentialisme, aan wie Fanon onder meer het concept van 'de blik' ontleende (kort gezegd: we worden gedefinieerd door de blik van de ander).

Oerfeminist Simone de Beauvoir, partner van Sartre, komt in het werk van Fanon nergens voor, terwijl De Beauvoirs denkbeelden ('Je wordt niet als vrouw geboren, maar tot vrouw gemaakt') minstens zo veel raakvlakken hadden met zijn inzichten.

Fanon was ten tijde van Zwarte huid, witte maskers pas 27 jaar, maar had al een turbulent leven achter de rug. Een gedesillusioneerde oorlogsveteraan, beginnende psychiater, auteur, vader van een dochter bij een witte vrouw wier familie bezwaar had tegen de relatie, daarna getrouwd met een andere witte vrouw, Josie, die tot aan zijn dood bij hem zou blijven.

En toen moest zijn belangrijkste leerschool nog komen, in Algerije, een Franse kolonie. Hij werd chef-arts bij een psychiatrische kliniek in Blida, een middelgrote stad net onder hoofdstad Algiers. Fanon ging er voortvarend te werk, met een groot hart voor zijn patiënten. Hij wist ze uit hun ingedutte toestand te krijgen met een simpele, maar voor die tijd radicale aanpak: door ze te behandelen als autonome individuen, en niet als amorfe koloniale subjecten, zoals gewoon was onder andere Franse psychiaters. En door respect te tonen voor hun culturele eigenheid.

Veel van de geestesziekten van zijn patiënten schreef hij toe aan het onderdrukkende en vernederende karakter van het Franse kolonialisme. Het verhardde zijn denken over kolonialisme en witte superioriteit nog verder, en dreef hem als vanzelf in de armen van het Front de libération nationale (FLN), jonge Algerijnse onafhankelijkheidsstrijders die in 1954 de wapens oppakten tegen de Franse overheersers.

Fanon werd de meest luidruchtige en retorisch begaafde pleitbezorger van de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd, lapte FLN-strijders op die de gruwelijkste misdaden hadden gezien of begaan, en kreeg ook de taak om steun te vergaren voor het FLN in zwart Afrika.

Zijn geestdrift voor de Algerijnse zaak leidde uiteindelijk tot het werk dat hem internationaal op de kaart zou zetten, De verworpenen van de aarde. Eerder een manifest dan een boek, is het bedoeld als een richtingaanwijzing naar ware vrijheid voor de onderdrukte en gekoloniseerde massa's.

Het soms ondoorgrondelijke werk - immers gedrenkt in het loodzware proza dat zo kenmerkend is voor Franse denkers - borduurt voort op zijn inzichten in de psychologische gevolgen van racisme en kolonialisme en culmineert, aldus Shatz, in 'een hartstochtelijk geloof in geweld als een middel om de vrijheid te verwezenlijken, evenals een glashelder besef van de risico's die geweld met zich meebrengt voor de geestelijke gezondheid.'

Hoewel een bedenkelijk pleidooi, propageerde Fanon geweld als een mogelijkheid om 'de gekoloniseerde massa's uit hun fatalisme en apathie' te sleuren, aldus Shatz. Door terug te slaan zouden gekoloniseerde volken zeggenschap over hun lot terugnemen en afrekenen met hun minderwaardigheidscomplex.

Een gerichte vorm van geweld dus, en geen pleidooi voor willekeurige terreur. Toch werd het onder Fransen als zodanig opgevat. Niettemin: het boek werd een bijbel voor de intellectuele voorhoede van vrijheidsstrijders, revolutionairen en burgerrechtenactivisten over de hele wereld.

Veel van de weerklank die zijn werk zou vinden zou Fanon echter niet meer meekrijgen. Op het moment van publicatie lag Fanon in een Amerikaans ziekenhuis, het 'land van de lynchers', zoals hij het noemde, waar hij uiteindelijk toch op was aangewezen vanwege een dodelijke vorm van leukemie.

Hij overleed op 6 december 1961. Duizenden kilometers verderop, in het Frankrijk met zijn republikeinse waarden die hij innig had gekoesterd, werd De verworpenen van de aarde om zijn opruiende aard uit de boekwinkels gehaald.

Iets meer dan een half jaar later en honderdduizenden doden verder, op 5 juli 1962, won Algerije eindelijk zijn onafhankelijkheid.

NON-FICTIE

Adam Shatz

Frantz Fanon - Een leven in revoluties

Uit het Engels vertaald door Alexander van Kesteren. Ten Have; 512 pagina's; € 27,99.

NBD Biblion

Bookarang (AI samenvatting)
Een gedetailleerde biografie van de Frans-Martinikaanse intellectueel en vrijheidsstrijder Frantz Fanon (1925-1961). Adam Shatz beschrijft in het leven van Fanon, wiens denken sinds de opkomst van de Black Lives Matter-beweging steeds invloedrijker is geworden. Fanons boeken 'Zwarte huid, witte maskers'* en 'De verworpenen van de aarde’** gelden als standaardwerken op het gebied van sociale en raciale rechtvaardigheid. Deze uitgebreide biografie behandelt onder andere Fanons jeugd in Martinique, zijn innovatieve benadering van psychiatrie, zijn betrokkenheid bij de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd en de invloed van zijn denken en werk na zijn dood. Intelligent en aanstekelijk geschreven. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep. Adam Shatz is een Amerikaanse historicus en schrijver. Hij werkt als redacteur voor de Amerikaanse uitgave van de London Review of Books en schrijft voor onder andere The New York Times, The New York Review of Books en The New Yorker.